PPID (Pituitary Pars Intermedia Disfunction) oftewel de ziekte van Cushing is een ziekte die regelmatig voorkomt bij oudere paarden, namelijk bij ongeveer 15% van de paarden van 15 jaar en ouder. Het is een afwijkende werking van de hypofyse waardoor de hormoonbalans in het lichaam verstoord raakt.
Symptomen:
- Overmatige haargroei (lange krullerige vacht)
- Hoefbevangenheid (bij bijna 25% van de paarden met PPID)
- Vetbulten in de holte boven het oog
- Toegenomen eetlust
- Een bolle hangbuik met een kale rug, door het verdwijnen van rugspieren
- Een verminderde weerstand en hierdoor vaker ontstekingen en infecties
- Moeilijk genezende wondjes
- Overmatig zweten
- Verminderde vruchtbaarheid; merries worden niet of moeilijker drachtig
- Een nattere en viezere stal door veel drinken en veel plassen als PPID ook nog eens voor suikerziekte (insulineresistentie) heeft gezorgd
- In zeldzame gevallen blindheid en aanvallen die lijken op flauwvallen
- In een vroeg stadium minder specifieke verschijnselen zoals een afgenomen werklust, prestatieverlies en subtiele veranderingen in het karakter (rustiger, minder alert, slaperiger).
Diagnose
PPID kunnen we vaststellen door middel van bloedonderzoek. Het bloed kan de dierenarts op stal afnemen, en het wordt dezelfde dag nog naar het laboratorium verstuurd. Binnen enkele dagen belt de dierenarts u met de uitslag. Indien de uitslag negatief is maar er wel een sterk vermoeden van PPID is, kan het zijn dat de disbalans nog niet zover is dat deze meetbaar is in het bloed. Dan moeten we het bloedonderzoek na 3 tot 6 maanden herhalen. Bij een positieve uitslag kan verder bloedonderzoek gedaan worden naar de suikerstofwisseling.
Therapie
PPID is niet te genezen, maar met medicatie kan wel de hormoonbalans (gedeeltelijk) hersteld worden. Hiervoor zijn dagelijkse tabletten nodig. De eerste effecten zijn na ongeveer 4-6 weken zichtbaar, dan zien we vaak een beginnend herstel van de vacht. Dit is ook het moment voor een controle bloedonderzoek. Hierbij kijken we of de hormoonbalans stabiliseert of dat de dosering van de medicatie aangepast moet worden. Als de balans hormoonbalans stabiel is, is het advies deze jaarlijks te controleren of bij het tussentijds terugkeren van de klachten.